Plaatsen en aansluiten van glas- en neuslatten bij buitenbeglazing (zie tekening 12.02)
- De beëindiging van de neuslatten zoals aangegeven op tekening 12.02, recht of gecontramald op de scharniersponning.
- De beëindiging van de verticale glaslatten aan de onderzijde is dusdanig dat er een tussenruimte van 4 mm ontstaat die evenwijdig loopt aan de neuslatten.
- De glaslatten zijn onderling gecontramald of recht afgezaagd, al naar gelang de profilering, detaillering en voorkeur.
- De kopse kanten (uiteinden en bij onderlinge aansluitingen) behandelen volgens katern 36.
- De glaslatten strak en glad tegen de sponningbodem aanbrengen om capillaire naden uit te sluiten.
- De ontstane opening tussen de glaslatten en de neuslat afdichten met elastische kit.
- De opening tussen de neuslat en de kozijnstijlen afdichten met elastische kit.
- Na het plaatsen van het glas direct en aansluitend de topafdichting aanbrengen.
- Gaatjes in liggende delen dienen onmiddellijk na plaatsing van het glas gevuld te worden met een daartoe geschikt reparatie- of vulmiddel. Geschikte reparatie- en vulmiddelen zijn opgenomen in de SKH-Publicatie 93-03. Het reparatie- of vulmiddel moet ook verenigbaar zijn met het materiaal voor de eindafwerking van het kozijn.