Plaatsing in de bouw
Voor eisen en verantwoordelijkheden met betrekking tot aanlevering en plaatsing van kozijnen en toe te passen dichtingsmaterialen e.d. in de bouw wordt verwezen naar de katernen 40, 72, 73 en 81. De timmerfabrikant is verplicht voor de door derden uit te voeren werkzaamheden (opslag op de bouwplaats, plaatsen tegen het bouwkundig kader, beschermen tijdens de bouwfase, beglazen en aflakken) verwerkingsvoorschriften mee te leveren.
In de verwerkingsvoorschriften moet nadrukkelijk verwoord worden wie met betrekking tot de volgende zaken de verantwoordelijkheid heeft:
- bij het aanmetselen dient voorkomen te worden dat stijlen en dorpels vervormen als gevolg van doormetselen;
- aan een kozijn mag geen dragende functie ontleend worden, ook niet tijdelijk;
- in de bouwkundige aansluitingen mogen geen capillaire naden voorkomen. Zo dient bij het plaatsen van raamdorpelstenen rekening te worden gehouden met een vrije ruimte in de aansluiting op de onderzijde van de onderdorpel (e.e.a. conform de nader uitgewerkte principedetails (zie tekening11.B2.03) in dit katern met de daarbij aangegeven mogelijke hulpmiddelen);
- om de onderdorpel te kunnen afschilderen en onderhouden is het noodzakelijk dat er onder de neus van de onderdorpel een vrije hoogte is van 15 mm. Met een afschuining van de waterslag van ten minste10° (b.v. tekening 11.B2.03) of een dorpel met verhoogde neus (b.v. tekening 11.B2.04), wordt dit gerealiseerd;
- kozijnen dienen haaks en waterpas (in verticale en horizontale richting) geplaatst te worden tegen het bouwkundig kader;
- de scheluwte van kozijnen en stelkozijnen mag na plaatsing 0,5% van zijn kleinste afmeting (hoogte of breedte) scheluw zijn met dien verstande dat waar nodig (bijv. bij stapelkozijnen) de toelaatbare scheluwte van tevoren nauwkeuriger dient te worden zijn vastgesteld.
- aantal, afmeting en bevestiging van de ankers voor de bevestiging van de kozijnen aan het bouwkundig kader dient te worden bepaald aan de hand van een constructieve berekening.
- toegankelijkheidseis volgens Bouwbesluit (afd. 4.1 art. 4.27 Bouwbesluit 2012) van de woningtoegang (zie onderstaande tekening).
Toegankelijkheidseis van de woningtoegang
NB Voor balkondeuren geldt niet de eis van 20 mm voor maximale dorpelhoogte, waarbij tevens volgens NEN 2580 de vrije doorgang gemeten wordt vanaf bovenzijde afgewerkte vloer en onderzijde van de bovendorpel.