Situering onderzijde stijlen en laaggelegen onderdorpels
Vanaf 50 mm boven het watergedragen vlak (o.a.maaiveld) worden de stijlen in hout uitgevoerd. Vanaf 50 mm boven het watergedragen vlak (o.a. maaiveld) mogen de onderdorpels in hout uit duurzaamheidsklasse 1 en 2, alsmede de houtsoorten Oregon Pine en Sapeli zijn. Vanaf 300 mm boven het watergedragen vlak mogen de onderdorpels in hout uit duurzaamheidsklasse 1 t/m 4 zijn.
Onder de bovengenoemde situaties moet een laag reliëfdorpels worden toegepast die voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de BRL 0813.
Voor inpandige woningtoegangsdeuren mag de laagreliëfdorpel en/of laag gelegen houten onderdorpel worden vervangen voor een tijdelijke voorziening die zorgt voor een vormvast kader mits de prestaties aantoonbaar geborgd zijn.
Voor bergingskozijnen kunnen de kozijnen worden uitgevoerd met een metalen onderdorpel bevestigd aan de onderzijde van de stijlen. De onderzijde van de kozijnverbinding (stijl-metalen onderdorpel) bevindt zich ten minste 100 mm boven het maaiveldniveau.